Marcel van Roosmalen beseft: "FC Utrecht heeft dat ook kunnen doen"

"Die degradatie is een voldongen feit, maar ik mag toch hopen dat Vitesse wel blijft bestaan", zegt Van Roosmalen in De Telegraaf. "Je moet er toch niet aan denken dat een stelletje ambtenaren besluit een grote club als Vitesse te killen. Hoe heeft het zover kunnen komen? Pascal van Wijk, Henk Parren en Peter Rovers hebben de club verkwanseld aan Coley Parry, die als een aasgier boven Vitesse hangt."

Van Roosmalen zou er erg mee zitten als Vitesse verdwijnt. "Vitesse betekent veel voor mij. Het heeft mijn jeugd in Velp bij Arnhem kleur gegeven. Als jongetje van tien ging ik in 1980 voor het eerst naar Nieuw Monnikenhuize, het was Vitesse - PSV. Ik was meteen verkocht. Vitesse stond toen ook laatste en zou dat seizoen degraderen. Ik ging met mijn vader naar het voetbal en genoot van de sfeer op de tribune. Het gemopper en de typische Arnhemse humor."

"Ik juichte voor spelers als Ron van Oosterom, Hannie Das, Jurrie Koolhof, Edward Sturing en natuurlijk de twee Theo's, Theo Bos en Theo Janssen", vervolgt hij. "Ik heb daar gelachen, gejuicht en gehuild. Dat mag niet verloren gaan. Natuurlijk is er vreselijk wanbeleid gevoerd, maar Vitesse moet de kans krijgen om opnieuw te beginnen, zoals FC Utrecht en FC Twente dat in het verleden ook hebben kunnen doen. Arnhem moet er de schouders onder zetten en de KNVB mag deze club niet verloren laten gaan."