FC Utrecht onder druk: "Blijven strijden voor betere bescherming"
Na negen wedstrijden in het nieuwe seizoen staat Jong FC Utrecht op de laatste plaats in de eerste divisie. Dat is gezien het verleden niet verrassend. De laatste zeven seizoenen eindigden de Utrechtse beloften slechts één keer niet bij de onderste drie.
In tegenstelling tot Jong FC Utrecht, eindigde Jong AZ in dezelfde periode maar één keer bij de onderste drie. Jong Ajax werd in 2018 zelfs kampioen van de eerste divisie en eindigde daarna nóg drie keer in de top 7. En Jong PSV werd in 2018 vijfde en een jaar later zelfs derde. Dit toont aan dat de beloftenploegen van andere clubs beter functioneren.
In RTV Utrecht zegt Technisch manager Tim Gilissen hierover: "Ik weet niet of het klopt dat wij evenveel uitgeven aan de opleiding. Ik denk dat AZ meer uitgeeft." Volgens De Volkskrant is dat inderdaad het geval, met AZ die in 2020 bijna 7 miljoen euro aan opleiding besteedde. Sinds 2018 leverde de opleiding van FC Utrecht slechts twee basisspelers aan het eerste elftal: Gyrano Kerk en Tommy St. Jago, terwijl AZ sinds 2018 maar liefst 21 spelers doorstroomde.
Gilissen stelt dat de stap van de opleiding naar het eerste elftal veel groter is geworden: "Opleiden is een traject van de lange adem, waarin je vanuit visie verschillende bouwstenen goed moet neerzetten." Volgens Robin Pronk, hoofd opleidingen, is het verschil in opleiding en doorstroming te wijten aan de langere opleidingsvisie van AZ, die al zo’n elf jaar bestaat. "Wij blijven strijden voor betere bescherming", voegt hij toe over de concurrentie van andere clubs.
Het lijkt erop dat Jong FC Utrecht zich in een uitdagende positie bevindt, vooral als beloftenteams zoals Jong Feyenoord in de toekomst promoveren. Dit zou de competitie alleen maar verzwaren en het risico vergroten dat meer talenten de club vroegtijdig verlaten.